Modern gezinsbeleid vraagt om een systeemverandering, aldus Janneke Plantenga in de Staat van het Gezin 2024. ‘Meer bestaanszekerheid, minder tijdsdruk op gezinnen en een goed functionerende arbeidsmarkt vragen om een bevrijding uit de deeltijdklem. Daarbij is de overheid aan zet.’
U onderzoekt al geruime tijd vraagstukken rondom de arbeidsmarkt. Wat is kenmerkend voor Nederland?
‘Het meest opvallende aan de Nederlandse arbeidsmarkt is ons arbeidstijdenmodel. Het is heel normaal – en soms zelfs de enige optie – om in deeltijd te werken. Nederland is in die zin kampioen deeltijd. Daar zitten voor- en nadelen aan, maar het belangrijkste is dat het minder dwingend zou moeten zijn.’
In welke zin dwingend?
‘Het hele systeem van verlofregelingen, kinderopvang, belastingschalen en arbeidscontracten is gebouwd rondom de notie van deeltijd, waardoor voltijds werken vaak niet loont of in praktische zin niet haalbaar is. In veel sectoren zoals de zorg, kinderopvang en onderwijs, is deeltijd zelfs de norm. Ook voor jonge ouders is deeltijd werken cultureel gezien de norm, zodat kinderopvang beperkt kan blijven tot 1 a 2 dagen in de week. De gaten in het systeem worden vooral door de grootouders gedicht.’
Wat ziet u in uw onderzoek naar de Nederlandse arbeidsmarkt veranderen?
‘Lange tijd pakte het deeltijdmodel voor iedereen voordelig uit. Het gaf vrouwen de ruimte om moeder te zijn én te werken, het bood werkgevers flexibiliteit in het aannamebeleid en er bleef genoeg tijd over voor gratis zorg voor kinderen, ouderen en voor vrijwilligerswerk. Het was een win-win-win situatie voor de overheid, bedrijven én gezinnen. Nu staat de bestaanszekerheid onder druk, veel gezinnen lopen vast in tijd én we lopen in veel sectoren vast door enorme arbeidstekorten. Met andere woorden: de nadelen overstijgen de voordelen en de roep om meer uren per week te werken klinkt steeds luider.’
Je zou denken, in een land van deeltijders is dat zo opgeschaald.
‘Helaas niet. Keuzes uit het verleden houden ons nu in die deeltijdklem. De ondersteunende systemen van het ‘oude’ arbeidstijdenmodel bewegen onvoldoende mee. Ook al blijkt uit uiteenlopend onderzoek dat werken steeds meer loont, dan nog zien veel mensen het deeltijdmodel als de beste optie. Voor veel mannen is voltijds werken bovendien de standaard. In combinatie met de moederschapscultuur waarin maximaal twee dagen opvang de maatschappelijke norm is, versterkt dit de rem voor vrouwen om meer te werken.’
Beleid rondom werk en zorg zit bij verschillende ministeries; dat helpt ook niet.
Hoe krijgen we voltijds werkende mannen meer in beweging?
‘Dat zijn ze al, alleen wordt dat niet altijd gezien. Jonge vaders nemen relatief vaak verlof op, ook al blijven ze naderhand wel voltijds werken. Want ja, hij verdient vaak meer en de vrouw wil best minder werken. Jonge vaders hebben het echt steeds drukker gekregen, blijkt uit onderzoek, omdat ze naast hun fulltimebaan ook mee moeten draaien in de zorg thuis. Modern gezinsbeleid met een systeemverandering naar twee volwassen banen, goed toegankelijke en betaalbare kinderopvang en ruimere verlofregelingen is zeker ook in hun voordeel.’
Zou modern gezinsbeleid zich moeten richten op beiden voltijds werken?
‘Dat is uiteindelijk een persoonlijke keuze, maar twee voltijdsbanen zou wel het uitgangspunt moeten zijn van een systeemverandering die voldoende oplevert voor de hele samenleving. Ik vind dat vrouwen het zichzelf in die zin best wat minder comfortabel mogen maken met het oog op financiële onafhankelijkheid en een fatsoenlijk pensioen. De kosten gaan daarbij wel voor de baat uit. Investeren in goed toegankelijke en betaalbare kinderopvang en verbeterde verlofregelingen zijn een eerste stap. Ik ben ervan overtuigd dat als we het systeem op die manier uit de klem halen, meer vrouwen meer uren gaan werken. En dat maakt het voor andere vrouwen vanzelf minder aantrekkelijk en minder dwingend om maar twee of drie dagen te werken.’
Wie moet die systeemverandering in gang zetten?
‘Vanwege de toeslagenaffaire is er inmiddels een publiek debat over toegankelijke en betaalde kinderopvang. Maar over bijpassende verlofregelingen wordt nog niet gesproken; wat dat betreft zitten we nog echt op het Europees minimum. Beleid rondom werk en zorg zit bovendien bij verschillende ministeries; dat helpt ook niet. Decennialang hapsnapbeleid heeft ervoor gezorgd dat we steeds weer één stap vooruitzetten en twee stappen terug. Een systemische verandering start met een maatschappelijk debat en betekent modern gezinsbeleid vanuit een heldere visie en integraal gericht op twee werkende en twee zorgende partners. In Nederland is daarin de landelijke overheid als eerste aan zet. Daarnaast hoop ik dat de sociale partners hun verantwoordelijkheid nemen, bijvoorbeeld in SER verband’.
Stichting Voor Werkende Ouders
Het runnen van een gezin is als het runnen van een bedrijf. Wij denken dat het makkelijker kan. Hierin speelt iedereen een rol, de politiek, de maatschappij, werkgevers, de media en ouders zelf. Wij lobbyen hiervoor. Wij vertegenwoordigen ruim 15.000 ouders in Nederland. Daarnaast helpen we ouders met simpele tips en tools op Wat Ouders Willen Weten en TijdBaas. Ruim 900 ouders denken met ons mee in onze denktank.